Eetstoornissen

We leven in een tijd van overvloed: nog nooit was er zoveel eten beschikbaar. Tegelijkertijd vinden we het belangrijker dan ooit om niet dik te zijn. Slank is het schoonheidsideaal, en hoe slanker hoe beter. Regelmatig spreken we jongeren via de chat en mail die worstelen met eetproblemen of eetstoornissen. Vaak zijn het meiden die het moeilijk vinden om hun problemen en gedachtes te delen met hun ouders of anderen. Ze houden het liefst alles verborgen en proberen het zelf op te lossen. Er zijn een aantal verschillende soorten eetstoornissen. Hieronder beschrijven wij een aantal veelvoorkomende en vindt je tips voor jou als ouder of jeugdwerker.

Anorexia
Er zijn drie eetstoornissen die veel voorkomen onder jongeren. Ten eerste anorexia. Meiden (95% van de mensen met eetstoornissen is vrouw) die hieraan lijden zijn bang om dik te worden. Daarom gaan ze steeds minder eten en steeds meer sporten. Naarmate het probleem langer duurt worden de slachtoffers steeds magerder, maar toch gaan ze door. Veel meiden met anorexia ontwikkelen stofwisselingsproblemen en/of worden onvruchtbaar, tijdelijk of voorgoed. Naar schatting overlijdt vijf tot tien procent aan anorexia. De duur van de ziekte is ongeveer 6 tot 7 jaar. 45% hiervan herstelt volledig en 25% herstel niet.

Boulimia Nervosa
Daarnaast is er boulimia. Mensen met deze ziekte hebben eetbuiten waarbij ze van alles achter elkaar naar binnen proppen. Uit angst om dik te worden proberen ze daarna het voedsel dat ze gegeten hebben weer kwijt te raken, bijvoorbeeld door te braken of laxeermiddelen te gebruiken. Patiënten krijgen vaak te maken met een slecht gebit en keelklachten, nier- en leverstoornissen. Ook kan hartfalen optreden.

Binge eating disorder
Binge eating disorder (BED), de derde veel voorkomende eetstoornis, lijkt op boulimie. Ook hier is er sprake van eetbuien, maar de slachtoffers braken of laxeren daarna niet, waardoor er (extreem) overgewicht ontstaat, met alle daaraan verwante risico’s, zoals diabetes en hart- en vaatziektes.

Orthorexia
Een vrij nieuwe eetstoornis is Orthorexia. Hoewel deze stoornis nog niet officieel erkend is beschrijven we deze toch in de DSM-V opgenomen is
Orthorexia nervosa is een eetstoornis waarbij mensen op een obsessief bezig zijn met gezond eten. Ze leggen zichzelf zeer strenge regels op rondom gezonde voeding wat lijdt toch ondergewicht en een tekort aan voedingsstoffen. Hun hele leven staat in het teken van eten waarbij een normaal sociaal leven onmogelijk is. Hun wereldje wordt steeds kleiner, waardoor ze nog meer gericht raken op het ‘gezonde’ eten; en zo ontstaat een vicieuze cirkel.

Er is hulp nodig
Lang niet alle jongeren met een eetstoornis krijgen de hulp die ze nodig hebben. Gedeeltelijk komt dat omdat ze hun ziekte graag geheim houden. Eten of niet eten geeft hen, hoe vreemd dat misschien ook klinkt, een houvast om het leven aan te kunnen. De jongere heeft het gevoel ergens grip op te hebben en het is enorm spannend om dat los te moeten laten. Jongeren zullen ze niet snel zelf om hulp vragen.

Eenzaam
Voor patiënten met extreem onder- of overgewicht is het moeilijk om hun probleem verborgen te houden, maar zelfs als ze aangesproken worden op hun gewicht zullen ze vaak ontkennen dat ze een probleem hebben, in de meeste gevallen hebben ze de uitleg hiervoor al klaar. Tegelijkertijd zijn ze erg eenzaam omdat ze met een geheim leven.

Jongeren met anorexia trekken soms naar elkaar toe (en stimuleren elkaar in een groep of via websites dan om nog meer af te vallen), maar degenen die aan boulimie en BED lijden praten gewoonlijk met niemand over hun probleem. Ze schamen zich ervoor en piekeren er eindeloos over. Ze zitten in een gevangenis waar ze zelf in gestapt zijn, maar waar ze de sleutel van hebben verloren. Je kunt hen helpen om in ieder geval de deur weer te openen.

Tips voor jou als ouder of jeugdwerker

  • Het is belangrijk om in gesprek te gaan met die jongere waar jij je zorgen over maakt. Juist dan kan de vicieuze cirkel van een eetstoornis doorbroken worden.
  • Probeer een jongere niet over te halen om te gaan eten, zeg niet ‘probeer meer te eten’. Een eetstoornis draait ten diepste niet om eten. Erken dit en geef ruimte aan de strijd die de jongere heeft.
  • Help de jongere zoeken naar wat het onderliggende gevoel is wat hem/haar dwars zit.
  • Lever geen kritiek op het eetgedrag en oefen geen controle uit. Dit werkt vaak juist averechts.
  • Een eetstoornis gaat vaak samen met depressiviteit. Probeer de jongere hoop te bieden. Ook automutilatie komt regelmatig voor.

Bedenk dat de stap naar hulp erg groot is. De eetstoornis is veilig en vertrouwd voor jongeren, hulp krijgen voelt voor jongeren eng en onzeker omdat ze dan de controle verliezen.