Pesten

Pesterijen komen overal voor; in alle landen, in alle culturen en in alle leeftijdsgroepen. Pesten gebeurt bewust om iemand te kwetsen, kleineren, buiten te sluiten of om iemand aan het huilen te krijgen. Pesterijen lijken onvermijdelijk. Toch?

Wat is pesten?
Een kind pest als hij of zij regelmatig met opzet een ander schade of ongemak toebrengt of daar een poging toe doet. Steeds dezelfde persoon is het doelwit. Deze negatieve acties kunnen plaatsvinden in de vorm van:

  • Fysiek contact
  • Verbaal of non- verbaal contact (online en offline)
  • Door iemand buiten de groep te sluiten (online en offline)

Treiteren of een rotgeintje.
Veel  verwisselen de termen, rotgeintje, pesten, treiteren, ruziemaken. Pesten is een groepsproces. Een groep voelt het haarfijn aan als een rotgeintje overgaat in pesten.

Wat is Plagen

  • Plagen is niet negatief bedoelt. Hoewel het wel kan kwetsen, is dit niet de bedoeling.
  • Plagen gebeurt vaak spontaan, je maakt een grapje omdat er wat gebeurt of omdat iemand wat zegt. Je bedenkt dit niet van te voren.
  • Plagen gebeurt alleen tussen vrienden, of als je een geode relatie hebt(ouders en kinderen).

Pesten een groepsproces
Er zijn verschillende rollen in het groepsproces van pesten die ervoor zorgen dat het pesten voortduurt. Er zijn twee rollen die iedereen wel kent als het om pesten gaat. Er is een dader, degene die het initiatief neemt om een ander te pesten, en het doelwit, degene die wordt gepest. Pesten gebeurt meestal in een groep en het groepsproces wordt vooral zichtbaar door naar de overige rollen te kijken. De daders die de eerste stap zetten met pesten doen dat meestal niet alleen. Ze krijgen ondersteuning van meelopers, die actief mee gaan pesten.

Dan zijn er de aanmoedigers of de stiekemerds: ze doen niet actief mee, maar staan er vaak bij. Ze moedigen de dader aan door bijvoorbeeld te gaan lachen of door opmerkingen te plaatsen. Het verschil tussen al deze rollen is vaak klein. Je kan zeggen dat ze alle drie dader zijn.

Dan heb je naast het doelwit de helpers of verdedigers staan. Ze helpen door bijvoorbeeld actief op te treden tegen daders. Dit gedrag kan echter leiden dat daders hun agressie ook op de helpers gaan richten. Een minder opvallende manier van de helpers is het doelwit na het pesten te steunen, gerust testellen of te troosten. Op deze manier ervaart de gepeste  toch steun.

Er zijn ook jongeren die niet actief betrokken zijn bij het pesten, de zwijgers of buitenstaanders. Deze jongeren zijn vaak wel aanwezig als er wordt gepest, maar ze doen niet mee en grijpen ook niet in om het te stoppen. Zwijgers durven of willen niets doen en beseffen vaak niet dat zij een belangrijke rol spelen in het voortduren van het pesten. Door niets te doen stemmen ze er impliciet mee in: wie zwijgt stemt toe.