Lessen

‘Ontwikkeling en leefwereld kinderen en tieners’ 
Een wet in de geneeskunde leert dat je eerst moet weten hoe een gezond iemand in elkaar zit, voordat je gaat leren over ziekten en problemen. Dat geldt ook voor kinder- en tienerpastoraat. We moeten eerst weten hoe de ontwikkeling van een kind normaal verloopt voordat we ons met de begeleiding van kinderen in probleemsituaties kunnen gaan bezig houden. Tijdens deze les wordt de ontwikkeling van kinderen een jongeren wordt onder de loep genomen. Die ontwikkeling wordt mede bepaald door omgevingsfactoren. Ontwikkeling kan vertraagd of gestimuleerd worden.  Gezonde groei en ontwikkeling geldt op geestelijk gebied maar ook op sociaal, emotioneel en lichamelijk gebied. Sociale media als onderdeel van de leefwereld zal deze dag ook een onderdeel zijn.
‘Jeugdpastoraat in de gemeente’ 
Tijdens deze lesdag staat de visie op  jeugdpastoraat centraal en hoe er praktisch handen en voeten aan jeugdpastoraat gegeven kan worden, door de gemeente, jeugdwerkers en een team . Pastoraat is niet los te maken van de eigen persoon, daarom is er ook aandacht voor de rol van de cursist in het geheel van jeugdpastoraat in de gemeente.
‘Communicatie met kinderen en tieners’ 
Praten met kinderen. Hoe doe je dat? Waarom is een gesprek met kinderen en tieners zo veel anders dan met een volwassene? Om aan te sluiten bij de situatie van kinder- en tieners moet men beschikken over een aantal vaardigheden die door oefening eigen zullen worden gemaakt.
‘Specifiek Jeugdpastoraat’ 
Dit thema gaat over kinderen en tieners die in de knel zitten en extra zorg en begeleiding nodig hebben. Dit vraagt tijd, energie en vooral aandacht. Kinderen en jongeren in liefde over de weg te leiden, Gods genade steeds voor ogen te houden. Maar hoe doe je dat? Hoe pak je een pastoraaltraject aan? Wanneer hoort het thuis in de gemeente en wanneer wordt er doorverwezen?
‘Geloofsopvoeding’ 
Een groot deel van de geloofsopvoeding is non-verbaal, namelijk het voorbeeld van de omgang met God in het dagelijks leven. Het is niet alleen de taak van de ouders, maar ook van de hele kerkelijke gemeente. Geloofsontwikkeling en opvoeding is altijd een belangrijk onderwerp geweest, maar vooral in deze tijd is het helemaal niet meer vanzelfsprekend. Hoe geef je dat vorm in een wereld waarin allerlei geloofszaken op losse schroeven staan?
‘Veilige kerk’ 
Veiligheid is daar waar bedreigingen afwezig zijn en waar bescherming is tegen mogelijk gevaar. De kerk is niet alleen veilig als er voldoende protocollen  en meldcodes zijn,  die overigens heel belangrijk zijn. Maar een veilige kerk is daar waar een veilige cultuur is, waar kinderen en tieners zich geliefd en gekend voelen.  In een veilige cultuur is er voortdurend aandacht voor veiligheid, hoe geef je dit vorm? Hoe zorg je ervoor dat de kerk een veilige plek is voor kinderen & tieners?
‘ Seksualiteit’ 
Voor veel tieners die bewust hebben gekozen om voor God te leven, betekent het ontwaken van hun seksualiteit een extra strijdpunt. Het is belangrijk dat tieners een zuiver beeld hebben van hoe God het bedoeld heeft, dat ze weten hoe ze met hun gevoelens moeten omgaan die op zich goed zijn, omdat God die geschapen heeft. In de Bijbel zien we herhaaldelijk de oproep om de woorden van God je kinderen in te prenten. Toerusten is tieners weerbaar maken in de keuzes die zij te maken hebben. Dat betekent dat wij kennis moeten hebben van wat het woord van God hierover zegt.
‘Kinderen van gescheiden ouders en in samengestelde gezinnen’ 
Kinderen zijn eigenlijk nooit beter af na een echtscheiding. Soms zegt men dat een echtscheiding voor kinderen minder erg is dan voortdurend te moeten leven met ruziënde ouders, maar dat idee wordt niet gesteund door wetenschappelijk onderzoek. Goed is als er meer aandacht komt voor de positie van kinderen die betrokken zijn bij de scheiding.
‘Kindermishandeling’ 
Kindermishandeling is een vorm van geweld in afhankelijkheidsrelaties. Kinderen zijn kwetsbaar en vereisen onze specifieke aandacht. Ze zijn meer dan volwassenen afhankelijk in de relaties die zij onderhouden met anderen. Vooral in de relaties met diegenen van wie het kind afhankelijk is voor zorg en genegenheid. Voor de aanpak van kindermishandeling vormen ouders de belangrijkste doelgroep. Immers ‘wat kindermishandeling ook aan fysiek, emotioneel en maatschappelijk onheil aanricht, het grootste kwaad dat het sticht is de beschadiging van de relatie zelf van het kind met de ouder’.
‘KOPP kinderen’ 
Een gewoon kind in een ongewone thuissituatie. Naar schatting telt Nederland zo’n 400.000 ouders met psychische en/of verslavingsproblemen. Het opgroeien in zo’n gezin kan voor Kinderen van Ouders met Psychische (en/of Verslavings-)Problemen (KOPP) ingrijpende gevolgen hebben. Gelukkig groeit een groot deel van die kinderen zonder problemen op. Wat kan je doen om de kans op gezond op te groeien te vergroten?
‘Rouw en verdriet’ 
Bij kinderen en jongeren, denken we aan spelen, leven, plezier maken, leren en groeien. Maar bij het leven hoort ook verdriet, verlies en afscheid. De favoriete knuffel is verloren, een vriendje verhuist en op een dag ligt de hamster dood in zijn kooitje. Veel kinderen en jongeren krijgen op een bepaald punt in hun leven te maken met het overlijden van een dierbare. Dit kan opa of oma, maar ook één van de ouder(s)/verzorger(s) of een broertje of zusje, een vriendje of een ander familielid zijn. Een rouwproces kan lang duren en levensvragen oproepen.
‘Zelfbeschadiging’ 
Er wordt gesproken van zelfbeschadiging wanneer iemand verwondingen aanbrengt aan het eigen lichaam. Zelfbeschadiging wordt ook wel zelfverwonding of automutilatie genoemd. Het kent vele verschillende oorzaken en komt op alle leeftijden voor, maar veelal in de puberteit.  Hoe komt een tiener tot het beschadigen van zichzelf? Hoe ga je er mee om als je het signaleert?  Wat hebben ze nodig?
‘Kinderen met een kenmerk’ 
Het vraagt van sommige tieners inderdaad best veel om mee te draaien in de kerk.  De jongeren met een kenmerk zijn jongeren met een autisme spectrum stoornis (ASS). Voor¬ heen werd er onderscheid gemaakt tussen een aantal ‘vormen’ van autisme, zoals klassiek autisme, asperger en PDDNOS. Tegenwoordig vallen al die vormen onder de noemer ASS.Autisme kun je niet aan de buitenkant zien, maar je kunt het soms wel aan iemand merken. Veel kinderen met autisme kunnen er slecht tegen als er dingen veranderen of anders lopen dan gepland. Hij kan dan heel angstig of boos worden. Kinderen met een autismespectrumstoornis als PDD-NOS verschillen net zo van elkaar als andere kinderen. Daarnaast verschillen de kenmerken ook per leeftijd.
Terug naar de cursuspagina