Corona crisis in de kerk is als een hardloopwedstrijd

Ooit heb ik op een blauwe maandag meegedaan aan een estafette-hardloop-wedstrijd (en ik ben niet sportief). Zeven hele kilometers met mensen die mij inhaalde, benen die zwaar werden, steken in mijn zij, rood hoofd, kortademig…  Maar ik moest door, want ik moest mijn ‘stokje’ doorgeven aan een ander, zodra ik binnen was kon de volgende gaan lopen. Om het vol te houden koos ik elke keer een eikpunt  waar ik naar toe kon rennen, waardoor ik het vol hield en nog even een tandje bij kon zetten. Uiteindelijk kwam het laatste punt, het einde in zicht. Onder aanmoedigingen en met het laatste restje energie probeerde ik zo ‘snel’ mogelijk het stokje door te geven. Volledig uitgeput lag ik daarna langs de kant en vol voeldoening wist ik, het is gelukt! Wat een heerlijk gevoel en wat waren we trots op de tijd die we toch maar met ons (niet geheel sportieve) team hadden neergezet.

De afgelopen maanden voelde het jeugdwerk als die wedstrijd.  Het voortdurende geworstel met online contact, het idee dat anderen het beter deden, dat het veel leuker kon en het echte contact missen. De lege kerkzaal, de onzekerheid; niet weten hoe het na de lockdown verder zou gaan. Ook al kwamen er jongeren wel naar het online jeugdwerk, reageerde ze wel op appjes en persoonlijk contact. Ik zag het niet meer, ik voelde vooral zware benen en steken in mijn zij. Het voelde als keihard rennen, ik dacht ik stop ermee.

Maar dan was er een ouder die aangaf dat haar tiener naar de avonden uitzag, een Bijbeltekst, een gemeentelid die met een bloemetje aan de deur stond, een bemoedigende ontmoeting met een cursist, tieners die niet meer bijkwamen van het lachen. Het waren die eikpunten, die maakte dat ik het vol bleef houden.  

Er kwam langzamerhand weer ruimten wat betreft corona maatregelen en ik zag de finish in de verte. We mochten elkaar weer fysiek ontmoeten. En dat grepen we met beide handen aan. We gingen met de jeugdgroep aan de slag in een tuin. Een hele dag samen buiten ploeteren. Leuke gesprekken, zingen, lachen, samen aan het werk. Aan het einde van de dag was daar de bbq en zag ik al die vermoeide maar blije gezichten en toen kon ik wel huilen van opluchting en geluk. Dit was de finish van de wedstrijd, ik kon uitpuffen en weer normaal ademhalen. En wat was ik blij en trots dat we hier met die mooie club mensen zaten.  Wat had ik hen en dit gemist. Ik voelde mij weer deel van de gemeente en wat heb ik dat nodig. Een gemeente met mensen om mij heen, waar contact is, waar we samen één zijn. Samen het lichaam van Christus en daar is een ieder voor nodig.

 Ik ben benieuwd wie jij bent. Ook zo’n harde renner met de tong op je schoenen opzoek naar eikpunten om het vol te houden of ben jij een aanmoediger langs de zijlijn bij de ander.  Een eikpunt voor de ander , zodat zij het nu nog even volhouden. We zijn nog niet bij het ‘oude normaal’. Blijf nog even volhouden, door rennen, nog even een aanmoediger en een eikpunt zijn. En ik geloof ook buiten de crisis om. Jeugdwerk, jeugdpastoraat vraagt veel van onze energie. We hebben elkaar; renners en aanmoedigers, de hele gemeente brood hard nodig.

Suzanna – Team Jeugdpastoraat 

 

 

0

Laat een reactie achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *